• Kandidatenlijst 2023
    Onze geweldige kandidatenlijst voor de Provinciale Statenverkiezingen op 15-3-2023
  • DSCN0788
    Bewonersprotest tegen Windturbines in Gemeente Medemblik
  • Demonstratie
  • Prinsjesdag 3
    Statenlid Ilse Bezaan voor de Ridderzaal op Prinsjesdag (Den Haag, 20-9-2016)
Nederland weer van ons

Statenvragen "Kwaliteit Noord-Hollandse brandweer in geding"

Het lid N. Kaptheijns (PVV) deelt u, overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten, mede dat hij vragen wil stellen aan het College.

Toelichting:

In de tweede helft van januari werd de regionale en landelijke media opgeschrikt door een aantal verontrustende berichten over de sterke daling van het aantal Vrijwilligers bij de brandweer en andere aan de brandweer gerelateerde problemen.
Zo bleek uit het artikel “Vrijwilligers lopen massaal weg bij brandweer: "Dit gaat een keer fout!" (*) van RTV NH op 18 januari 2016 dat uit onderzoek van EenVandaag en RTV NH zou blijken dat door onder andere de voortdurende bezuinigingen en zorgen over de eigen veiligheid, steeds meer Vrijwilligers het voor gezien houden en er een enorme vertrouwensbreuk is ontstaan tussen het brandweerpersoneel en de korpsleiding.

Zo is maar liefst zeven op de tien brandweerlieden het bijvoorbeeld absoluut niet eens met de maatregel om met minder manschappen uit te rukken, een maatregel die in veel Veiligheidsregio's wordt genomen om het dalende aantal Vrijwilligers op te vangen.

De Partij Voor de Vrijheid maakt zich ernstige zorgen over de staat van de brandweer en de enorme gevolgen die dit kan hebben op de slagkracht van de brandweer bij onder andere crisis- en rampenbestrijding.

Ondergetekende stelt aan het College van Gedeputeerde Staten de volgende vragen:

De Wet veiligheidsregio’s en het Besluit veiligheidsregio’s (ingevoerd in 2010) vormen in zekere zin de basis voor de brandweerzorg en voorziet onder andere in de formele verankering van de normtijden voor de opkomst van de brandweer. Gemeenten mogen afwijken van de vastgelegde regels in de wet (gebaseerd op het gebruik van de Tankautospuit met 6 brandweermannen, ofwel TS-6), als er een Collegebesluit aan ten grondslag ligt en er compenserende maatregelen worden genomen. Echter, daar zitten de nodige haken en ogen aan.

Zo kan een compenserende maatregel zijn om bij afgelegen boerderijen een blusput te hebben, of brandblussers te plaatsen in bepaalde gebouwen, maar dit gaat teveel uit van principes als zelfredzaamheid en preventie, principes die verre van waterdicht zijn, aangezien burgers bv. onvoldoende tot geen training en ervaring hebben in het bestrijden van branden en sommige groepen mensen, zoals bejaarden en gehandicapten, door fysieke en/of geestelijke gebreken minder tot nauwelijks zelfredzaam zijn.

Dit komt bijvoorbeeld naar voren in het bericht “Grote zorg over brandveiligheid bij senioren” (**) van EenVandaag op 19 januari 2016. Daarin stelt mw. Manon Vanderkaa (voorzitter van ouderbond Unie KBO) dat ook van thuiswonende ouderen steeds meer wordt verwacht, wat een groot probleem is.

Verder is mw. Vanderkaa van mening dat "Als we met elkaar willen zorgen dat ouderen langer thuis kunnen wonen dan moeten we ook die veiligheid goed regelen. Ouderen voelen zich in de steek gelaten en worden ook bang. Ze vragen zich op allerlei terreinen af, kan het nog wel."

Uit genoemd bericht komt ook naar voren dat onderzoek van de Brandweeracademie en de Brandwonden Stichting uitwijst dat in 2030 het aantal 65-plussers dat zal overlijden door brand met maar liefst 62% toeneemt.

Ook de Veiligheidsregio's erkennen de zorgen, maar geven aan vooral in zetten op preventieve maatregelen om brand te voorkomen.

Deze focus op preventieve maatregelen heeft voor een deel zijn grondslag in het project RemBrand dat eind 2015 aan de Tweede Kamer werd gepresenteerd. Het project kwam uit de koker van het Veiligheidsberaad (bestaande uit de voorzitters van de 25 Veiligheidsregio’s), vanwege onder andere de wens om ‘meer balans’ aan te brengen in de benadering van brandveiligheid en de ervaren eenzijdige focus op de opkomsttijden.

Uit een op 25 november 2015 aan de Tweede Kamer verzonden brief door het ministerie van Veiligheid en Justitie (***), blijkt dat:

“Met de aanvankelijke opdracht van het project RemBrand beoogde het Veiligheidsberaad criteria (of indicatoren) te benoemen die van invloed zijn op de brandveiligheid. Tijdens de looptijd van het project is de focus verschoven van een kwantitatief accent naar een kwalitatief accent en van een accent op besturing naar een accent op bevordering van brandveiligheid. De centrale vraag is gaandeweg samengevat in: hoe worden minder branden, minder slachtoffers en minder schade bereikt en wie kunnen dat beïnvloeden of tot stand brengen?”

VRAAG 1) Deelt u de mening dat de verschoven focus richting zelfredzaamheid en preventie bij het bestrijden van brand verre van waterdicht is, aangezien compenserende en preventieve maatregelen vaak niet meer dan een doekje voor het bloeden zijn, omdat de basiseenheid (TS-6) niet altijd op orde is, terwijl dat het breedst inzetbare brandweervoertuig is?
Zo ja, bent u bereid alle Noord-Hollandse Veiligheidsregio’s op te roepen vooral in te zetten op de TS-6 basiseenheid?

Er lijkt de laatste tijd vooral te worden bezuinigd op brandweermannen en materieel, terwijl dat juist het laatste is wat gedaan moet worden om de kwaliteit van de brandweer op peil te houden.

Zo zou eerder gekeken moeten worden naar mogelijkheden om te bezuinigen op de managementlagen die werkzaam zijn binnen de brandweerorganisaties. Zo liet de gemeenteraadsfractie CK&G uit Castricum in 2015 optekenen in het artikel “Leegloop bij de brandweer” (****) dat ‘De brandweerdiensten zijn recent anders ingericht en hebben als gevolg dat er nu te weinig spuitgasten zijn en een overschot aan 'managers op kantoor die nog nooit een brandslang in handen hebben gehad’.

Maar ook zou er een kritische blik geworpen moeten worden op de hoeveelheid rapporten die door de brandweer worden geproduceerd en de afdeling Innovatie. Op laatstgenoemde zou bezuinigd kunnen worden, aangezien de meerwaarde van zogenaamde innovatieve technologieën voor het bestrijden van branden niet altijd opwegen tegen de afwezigheid van de basiseenheid (TS-6). Daar zou juist de nadruk op moeten liggen.
Want wat hebben hulpbehoevende ouderen in bijvoorbeeld zorginstellingen aan een op papier zogenaamd innovatieve mobiele blusunit, als de brandweer niet op tijd is met het operationeel breedst inzetbare voertuig, deTS-6 om direct in te grijpen en ze uit het pand te begeleiden?

VRAAG 2) Deelt u de mening dat de Veiligheidsregio’s in eerste instantie moeten kijken naar mogelijke bezuinigingen op managementniveau, het schrijven en produceren van rapporten en innovatieve afdelingen, voordat op de basiseenheid wordt bezuinigd?
Zo ja, bent u bereid hierover met de Noord-Hollandse Veiligheidsregio’s om de tafel te gaan zitten en hen te bewegen op korte termijn met uitgewerkte voorstellen te komen? Zo nee, waarom niet?

Behalve uit bezuinigingsoogpunt, kiezen gemeenten ook vaak uit oogpunt om de wettelijke aanrijdtijdencriteria te halen, voor bv. de goedkopere en snellere TS-4, SIV (Snelle Interventie Voertuig met 2 brandweermannen) of brandweermotor i.p.v. de duurdere basiseenheid TS-6 (waar de aanrijdtijden op zijn gebaseerd). Hoewel de aanrijdtijden door de kleinere en snellere voertuigen makkelijker lijken te worden gehaald, zit er een enorme adder onder het gras.

Omdat op locatie pas goed kan worden bepaald wat er precies aan de hand is, kan blijken dat bv. de TS-4 of SIV niet voldoet, waardoor extra materieel moet worden opgeroepen, met kostbaar tijdverlies tot gevolg. Tijdverlies, dat kan resulteren in meer slachtoffers onder burgers en brandweerpersoneel en/of grotere brandschade. In dat kader zou het wenselijk kunnen zijn om het colleges van Burgemeester & Wethouders en brandweercommandanten moeilijker te maken om de basiseenheid naar beneden toe te wijzigen.

Uit een op 3 maart 2016 verstuurde brief van de FNV aan het ministerie van Veiligheid en Justitie (*****) blijkt dat:

“In de praktijk zal een aangepaste kleine tankautospuit met 4 personen slechts voor een beperkt aantal gemeenten interessant blijken. Immers, het merendeel van de inzetten vraagt om de inzet van een ploeg van 6 personen en de slagkracht zoals die nu gedimensioneerd is bij de standaard tankautospuit (concreet: redden en blussen). Vooraleer een kleine TS-4 (ander voertuig, minder bezetting en dus minder slagkracht) geïntroduceerd kan worden dient hiernaar een gedegen aanvullend onderzoek plaats te vinden, met name ook naar de consequenties voor grootschalig optreden en rampenbestrijding.”

Ongeveer een week later, op 11 maart 2016, werd er een gezamenlijke kritische brief gestuurd naar het ministerie van Veiligheid en Justitie (******) door vakorganisaties FNV Overheid, CNV overheid, CMHF, BVB Amsterdam en VBV, waarin vergelijkbare zorgen werden geuit. Zo stellen de vakorganisaties:

“Hoewel u [minister van Veiligheid en Justitie] telkens en bij voorkeur verwijst naar de verantwoordelijkheid van het bestuur van de veiligheidsregio, raakt deze onzorgvuldigheid vooral uw systeemverantwoordelijkheid, maar zeker ook de veiligheid van het brandweerpersoneel en de burgers. Dat komt onder meer tot uiting in uw antwoord op Kamervragen (antwoord 11, ah-tk-20152016-1550). Daarin geeft u koeltjes aan dat het Veiligheidsberaad en Brandweer Nederland structureel (en in lijn met constateringen van de Inspectie SZW) geen gegevens bijhouden over de arbeidsveiligheid bij flexibele voertuigbezettingen. Dit is niet alleen in krasse tegenspraak met de voorwaarden voor het afwijken van de standaardbezetting (artikel 3.1.5. Bvr), maar ook met verklaringen in uw brieven aan de Kamer (dossier 29517, nr. 46 en 53) en de aanbevelingen van de Inspectie VenJ in haar tussenrapport Variabele voertuigbezetting uit 2011.”

VRAAG 3) Deelt u de mening dat colleges van Burgemeester & Wethouders en brandweer-commandanten minder mogelijkheden moeten hebben om de basiseenheid naar beneden toe aan te passen, bijvoorbeeld door extra, strenge voorwaarden m.b.t. aanvullend onderzoek, als er plannen zijn om TS-4 voertuigen aan te schaffen, als vervanger van TS-6 voertuigen? Zo ja, welke activiteiten gaat u ondernemen om dat te bewerkstelligen & zo nee, waarom niet?

Uit antwoorden van de minister van Veiligheid en Justitie, dhr. Ard van der Steur op Kamervragen in februari 2016 (*******), blijkt dat door enkele regio’s het signaal wordt herkend dat door de regionalisering van de brandweer de lijnen lang worden en de bureaucratie toeneemt. De regio’s zouden hebben aangegeven maatregelen te hebben genomen of te gaan nemen, zoals het lager beleggen van verantwoordelijkheden of door samen met Vrijwilligers te kijken hoe eventuele problemen kunnen worden opgelost.

VRAAG 4) Kunt u nagaan of de Noord-Hollandse veiligheidsregio’s genoemde problemen herkennen en of er door hen maatregelen zijn en/of worden genomen om deze problemen aan te pakken? Graag een gemotiveerd antwoord.

Veel Vrijwilligers zijn m.b.t. hun werkzaamheden behoorlijk “grensgebonden”, terwijl het wenselijk is om te bewerkstelligen dat Vrijwilligers zich bewust worden dat het ook noodzakelijk is buiten de gemeentegrenzen te opereren.

Om de slagkracht van de brandweer te vergroten, zou onder andere de operationele grens van de Vrijwilligers dus vergroot moeten worden. Dit kan worden bereikt door een regionale cirkel van Vrijwilligers op te zetten, die met elkaar zijn verbonden door bv. een speciale App.
Als er dan bijvoorbeeld brand is in Volendam en een Amsterdamse Vrijwilliger die werkzaam is in Volendam krijgt een oproep en is in de gelegenheid om naar de dichtstbijzijnde post te gaan om te helpen bij het bestrijden van de brand, zou dat de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn.

Andere scenario’s, zoals meer beroepskernen (zonder regiogrenzen) en aanvulling Vrijwilligers (tot burgers aan toe), zouden ook de slagkracht van de brandweer kunnen vergroten.

VRAAG 5) Bent u bereid met de Veiligheidsregio’s om de tafel te gaan zitten om mogelijkheden te bespreken om een regionaal, digitaal netwerk van Vrijwilligers op te zetten en waar mogelijk hierin ondersteuning te bieden? Zo nee, waarom niet?

VRAAG 6) Deelt u de mening dat genoemde scenario’s de slagkracht van de brandweer kunnen vergroten en daarom door de Noord-Hollandse Veiligheidsregio’s op korte termijn dienen te worden onderzocht en uitgewerkt? Zo nee, waarom niet?

Omdat Vrijwilligers er vaak nog een baan naast hebben, is het nadelig voor werkgevers als een Vrijwilliger wordt opgeroepen en een aantal uur afwezig is, zeker als een regionaal netwerk zou worden opgezet, waardoor Vrijwilligers verder van hun werkplek kunnen opereren.

VRAAG 7) Bent u bereid te onderzoeken of er provinciale mogelijkheden zijn om werkgevers die Vrijwilligers in dienst hebben te compenseren en (al dan niet in IPO-verband) om de minister van Veiligheid en Justitie op te roepen hetzelfde te doen. Zo nee, waarom niet?

Momenteel wordt gewerkt aan het programma RemBrand waarin onder andere uitvoering wordt gegeven aan het ontwikkelen van een ander systeem van opkomsttijden. Momenteel wordt het wettelijk verankerde systeem van objectgerichte opkomsttijden gebruikt, maar de veiligheidsregio’s vinden dit systeem niet realistisch en willen naar een systeem met gebiedsgerichte opkomsttijden. Dit kan grote gevolgen hebben, aangezien een kwetsbaar object (bv. een verzorgingshuis) nu een specifieke opkomsttijd heeft, dat straks door het nieuwe systeem kan toenemen, omdat het object dan de opkomsttijd ontvangt.van het gebied waarin het ligt met alle gevolgen van dien.

VRAAG 8) Deelt u de mening dat het onverstandig is om het huidige objectgerichte systeem van opkomsttijden te wijzigen in een gebiedsgericht systeem en bent u bereid de veiligheidsregio’s op te roepen het huidige systeem te behouden? Zo nee, waarom niet?

N. Kaptheijns
PVV Noord-Holland

BRONNEN

(*) “Vrijwilligers lopen massaal weg bij brandweer: "Dit gaat een keer fout!" (RTV NH, 18-1-2016)
(**)“Grote zorg over brandveiligheid bij senioren” (EenVandaag, 19-1-2016)
(***) Brief ministerie van Veiligheid en Justitie met verzenddatum 25-11-2015 (kenmerk 698649)
(****) ”Leegloop bij de brandweer” (dichtbij.nl, 8-5-2015)
(*****) Brief FNV aan het ministerie van Veiligheid en Justitie met verzenddatum 3-3-2016 (briefnummer KLN-160303-001)
(******) Brief vakorganisaties aan het ministerie van Veiligheid en Justitie met verzenddatum 11-3-2016
(*******) Antwoorden Kamervragen over het bericht dat er steeds meer brand is bij thuiswonende senioren (kenmerk 733786)

  • Hits: 2674