Statenvragen "Verduidelijking inzake windmolens voor kust Zandvoort en Bloemendaal"

Het lid M.S. Ludriks (PVV) deelt u, overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van Provinciale Staten, mede dat hij vragen wil stellen aan het College.

Toelichting:

In een artikel uit het Noordhollands Dagblad (*) van 10 januari 2018 valt te lezen dat er plannen zijn voor een windmolenpark voor de kust van Zandvoort en Bloemendaal (Hollandse Kust Zuid) van maximaal 126 windturbines.
Tevens komt uit het artikel naar voren dat eind dit jaar de aanbesteding begint voor het tweede deel van Hollandse Kust Zuid.

De Raad van State heeft op 6 december 2017 uitspraak gedaan in het geding tussen het Ministerie van Economische Zaken en o.a. Stichting Vrije Horizon inzake de kavelbesluiten I en II van Hollandse Kust Zuid. (**)
In de uitspraak staat deze passage:

“De kavelbesluiten I en II windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) (verder: de kavelbesluiten) maken het mogelijk om binnen de begrenzing van de kavels windparken te realiseren. Per kavel kunnen maximaal 63 windturbines worden gebouwd met een maximum tiphoogte van 251 meter boven zeeniveau. Het betreft een opgesteld vermogen van ongeveer 350 MW per kavel. De kortste afstand van kavels I en II tot de kust is 22,2 kilometer.”

De afstand van 22,2 kilometer komt overeen met een afstand van (afgerond) 11,987 zeemijl. Dit suggereert dat de kavels (en dus mogelijk ook windmolens) binnen de 12-mijlszone komen te liggen.

Hoewel de Raad van State in haar uitspraak economische schade door het verdwijnen van een vrij uitzicht wegwuift, blijkt uit een studie in opdracht van het toenmalige Ministerie voor Infrastructuur en Milieu, dat zeventien tot twintig procent van de vakantiegangers niet meer (of minder vaak) de kustplaatsen bezoeken, wanneer er een windmolenpark ligt.

Bovendien gaf Recron (de branchevereniging van recreatieondernemers) aan dat door de bouw van windmolenparken voor de Nederlandse kust zo’n drieduizend banen in de toeristische sector verdwijnen. Daardoor loopt ook de toeristische sector jaarlijks zo’n honderd miljoen euro mis.

Ondergetekende stelt aan het College van Gedeputeerde Staten de volgende vragen:

1) Kunt u aangeven of het klopt dat er windmolens binnen de 12-mijlszone kunnen komen te liggen, aangezien het er de schijn van heeft dat een deel van de genoemde kavels net binnen de 12-mijlszone ligt? Graag een gemotiveerd antwoord.

2) Mocht het antwoord op bovenstaande vraag bevestigend zijn, welke gevolgen heeft dit dan voor de bouw van windturbines in de genoemde kavels? Graag een gemotiveerd antwoord.

3) Welke activiteiten heeft het College ondernomen om dit aan te kaarten en zijn er nog mogelijkheden om dit te doen, aangezien de Raad van State uitspraak heeft gedaan? Graag een gemotiveerd antwoord.

4) Welke voordelen heeft het plaatsen van windturbines op de betreffende locaties voor Zandvoort en Bloemendaal? Graag een gemotiveerd antwoord.

5) Zijn er door de provincie ook zienswijzen ingediend? Zo nee, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.

6) Deelt u de mening dat er geen Russische roulette moet worden gespeeld met de banen van veel Noord-Hollanders in de toeristische sector en dat economische schade door windparken altijd door de provincie als zeer belangrijk aandachtspunt in zienswijzen naar voren moet worden gebracht? Graag een gemotiveerd antwoord.

M.S. Ludriks
PVV Noord-Holland

BRONNEN

(*) “Windenergie het woord voor 2018” (Noordhollands Dagblad, 10-1-2018)

(**) https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=93270